Verschillen van meer dan 10% tussen de begroting 2022 en de begroting 2021 (primitief) worden op programmaniveau toegelicht. Daarbij geldt een minimum van € 75.000. Verschillen van meer dan € 250.000 worden altijd toegelicht. De lasten en baten worden voor de vergelijking niet gesaldeerd.
Algemeen
In het algemeen kan gesteld worden dat verschillen tussen de primitieve begroting 2021 en de primitieve begroting 2022 in de lasten en baten van de deelprogramma's, zijn veroorzaakt door uitwerking van de begrotingsrichtlijnen 2022. Hierin is onder andere opgenomen de loon- en prijscompensatie van respectievelijk 1,2 en 1,6%, de algemene uitkering (meicirculaire 2021) en de kerngegevens. Verder ontstaan er verschillen vanwege raadsbesluiten en planning- en controlproducten die tussen het vaststellen van de primitieve begroting 2021 en het opstellen van de begroting 2022 zijn vastgesteld. Met name de eerste bestuursrapportage 2021 en de perspectiefnota 2022 hebben veel effect. Daarnaast zien we bij de Algemene dekkingsmiddelen en in het programma Samen Leven de extra rijksbijdrage 2022 voor de kosten van jeugdzorg terug.