Overzicht verbonden partijen

Zeist

Colleges van de 26 Utrechtse gemeenten: Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, De Ronde Venen, Soest, Stichtse Vecht, Veenendaal, Vijfheerenlanden, Wijk bij Duurstede, Woerden, Woudenberg, IJsselstein, Utrechtse Heuvelrug, Utrecht en Zeist

De GGD is een openbaar lichaam (met algemeen bestuur, dagelijks bestuur en voorzitter).

Een wethouder heeft zitting in het AB, dat is samengesteld uit 1 lid per college (totaal 26).
Houten heeft in het AB 1 stem van totaal 70.
Houten heeft geen lid in het DB, dat uit 7 leden bestaat.

Houten is ook vertegenwoordigd in de Bestuurscommissie Midden-Nederland (BC) die wordt gevormd door 25 portefeuillehouders uit de vijf regio’s (exclusief gemeente Utrecht).

Samen leven, deelprogramma Sport en gezondheid

De GGDrU voert de wettelijke taken uit op het terrein van de openbare gezondheidszorg voor 26 gemeenten in de provincie Utrecht. De zorg is gebaseerd op de Wet publieke gezondheid (Wpg).De belangrijkste taak is het voorkomen van ziekten en het bevorderen van gezond gedrag en een gezonde leefomgeving.

Onderdeel uitmaken van de GGDrU levert voordelen op op het gebied van (financiële) risicospreiding, bestuurlijke kracht, expertise en efficiency dankzij samenwerking met andere gemeenten én GGDrU zelf.

We willen dat inwoners van Houten in balans zijn, gezond gedrag vertonen en in een gezonde leefomgeving wonen en participeren. Daarnaast willen wij voldoen aan onze wettelijk verplichte taken. Dit doen wij o.a. door taken uit te laten voeren door de GGDrU. Het gaat hier om wettelijke taken zoals Jeugdgezondheidszorg (JGZ, 0-18 jaar),  infectieziektebestrijding, TBC-bestrijding, medische milieukundige zorg, technische hygiëne-zorg, seksuele gezondheid en inspecties kinderopvang. Daarnaast vraagt Houten inzet aan de GGDrU voor de uitvoering van onder meer forensische zorg, reizigersvaccinaties en het Rijksvaccinatieprogramma (RVP).
Mede op basis van epidemiologisch onderzoek van de GGDrU, bestaande uit de Jeugdmonitor en de Volwassenenmonitor, richt Houten zich op de thema’s: psychosociale gezondheid, gezond gewicht en bewegen, gezond opgroeien en preventie ten aanzien van het gebruik van genotmiddelen.

Vanaf 2020 tot heden is de GGDrU vooral druk geweest met de bestrijding van het coronavirus. De meeste taken werden tijdens de eerste lockdown stilgelegd, maar zijn erna (ook gedurende de tweede lockdown) alle hervat. Het deel aan taken dat destijds niet is uitgevoerd hebben wij teruggestort gekregen. Het Rijk (klein deel RIVM) heeft alle coronagerelateerde kosten bekostigd, waardoor deze geen impact hebben op onze gemeentelijke begroting. Er werd in 2021 extra onderzocht wat de impact is van corona op onze inwoners (van jong tot oud) en wat dit betekent voor hun (mentale) gezondheid. De uitkomsten hiervan zijn relevant voor beleid en uitvoering en worden dan ook meegenomen in het jaar 2022.

Er wordt uitvoering gegeven aan de bestuursagenda 2019-2023, het ombuigingsplan 2020-2024 en aan de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Houten en de GGDrU. Na de verkiezingen in maart 2022 start ook een nieuw bestuur en wordt er gewerkt aan een nieuwe bestuursagenda 2023-2027.

In 2022 evalueren we de gemaakte afspraken en taken zoals opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst en bekijken we wat we (opnieuw) willen afnemen voor het jaar daarop. In 2022 wordt de wettelijk verplichte taak 'prenatale huisbezoeken' afgenomen bij de GGDrU (JGZ), wordt het vaccinatieprogramma  uitgebreid. Daarnaast zal er meer ingezet worden op preventie van psychosociale gezondheidsklachten.

Zie hiervoor de financiële totaaltabel aan het eind van deze paragraaf. Hierin is de werkelijke bijdrage 2020 en begrote bijdrage 2021 t/m 2025 opgenomen.

www.ggdru.nl

Soest

Colleges van de gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, de Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Soest, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist

AVU is een openbaar lichaam (met algemeen bestuur, dagelijks bestuur en voorzitter).

Een wethouder heeft zitting in het AB, dat is samengesteld uit 1 lid per college (totaal 25).
Houten heeft in het AB 4 stemmen, op basis van het aantal inwoners.
Houten heeft geen lid in het DB, dat uit 7 leden bestaat.

Duurzame leefomgeving

De AVU werkt samen met en in opdracht van de Utrechtse gemeenten aan de verbetering van het milieu met betrekking tot afval. Daarbij wordt gestreefd naar het bereiken van een zo gunstig mogelijk effect, tegen zo laag mogelijke kosten, wat een gunstig effect heeft op de tarieven.

Namens de gemeenten zorgt de AVU voor de regie van het door de inwoners van de provincie Utrecht aangeboden huishoudelijk afval (dus geen afval van bedrijven). De AVU doet dit door de organisatie en de regeling van transport, overslag, bewerking en verwerking van de grootste huishoudelijke afvalstromen. Dat zijn restafval (huisvuil), ongescheiden grofvuil, GFT, papier en glas.

Alle gemeenten hebben er belang bij dat het transport, overslag, bewerking en verwerking van de grootste huishoudelijke afvalstromen goed geregeld is. Alle gemeenten profiteren mee van de lagere aanbestedingskosten door het gezamenlijk aan te besteden en profiteren mee van de veelal lagere prijzen die worden geboden als er grote hoeveelheden afval voor langere termijn ter verwerking worden aangeboden.

De AVU bundelt de deskundigheid van de aangesloten gemeenten, waardoor er voor beleid en uitvoering een platform met veel (plaatselijke) kennis beschikbaar is.

De gemeente Houten levert zelf kennis aan de aangesloten gemeenten, maar profiteert ook van de kennis die de andere gemeenten inbrengen. Door het gezamenlijk aanbesteden van de grote stromen gescheiden ingezameld huishoudelijk afval, profiteren alle gemeenten van de besparing op de aanbestedingskosten en op de veelal gunstigere tarieven die worden geboden als het om grote hoeveelheden afval gaat.

Als gevolg van corona zijn meer mensen thuis gaan werken. Daardoor ontstaat er meer huishoudelijk afval. Ook zijn veel mensen hun huis en tuin gaan verbouwen waardoor er meer grof restafval ontstaat. Het recyclen en afzetten van gerecycled materiaal tegen aanvaardbare kosten blijft een uitdaging, evenals het verminderen en voorkomen van afval.

Er hoeven in 2022 geen grote verwerkingscontracten te worden aanbesteed.

Zie hiervoor de financiële totaaltabel aan het eind van deze paragraaf. Hierin zijn de werkelijke bijdrage 2020 en de begrote bijdragen 2021 t/m 2025 opgenomen.
De bijdrage in 2022 is met 3% gestegen t.o.v. 2021. Dat komt omdat de hoeveelheid huishoudelijk afval met 5% is gestegen als gevolg van het meer thuiswerken en door het stijgende inwonersaantal. Omdat het oud papier in 2022 naar verwachting meer opbrengt dan in 2021, is de stijging van de bijdrage lager dan de stijging van de hoeveelheid afval.

www.avu.nl

Utrecht

Raden, colleges en burgemeesters van de gemeenten Houten, Utrecht, Lopik, De Bilt, Nieuwegein, Woerden, IJsselstein, Stichtse Vecht en De Ronde Venen en Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht.

Het Recreatieschap de Stichtse Groenlanden is een openbaar lichaam (met  algemeen bestuur, dagelijks bestuur en voorzitter).

Een wethouder en een raadslid hebben zitting in het AB, dat is samengesteld uit 2 leden per deelnemer (totaal 20).
Houten heeft in het AB 2 stemmen van totaal 22.
Houten heeft geen lid in het DB, dat uit 10 leden bestaat.

Duurzame leefomgeving

Het ontwikkelen en beheren van recreatievoorzieningen draagt bij aan de leefbaarheid van de gemeente Houten en de Utrechtse stadsregio.

Het recreatieschap de Stichtse Groenlanden is belast met de ontwikkeling, het beheer en het onderhoud van de diverse dagrecreatieterreinen. Daarnaast houdt het recreatieschap zich bezig met aanleg en beheer van recreatieve routes en routenetwerken voor wandelen, fietsen, paardrijden en kanovaren.

Het belang is voor alle gemeenten en provincie gelijk, namelijk goede recreatievoorzieningen voor de inwoners binnen handbereik. Gebruik van recreatievoorzieningen door inwoners zijn regelmatig niet gebonden aan de gemeente waar je woont. De ene gemeente heeft door de ligging (bijvoorbeeld langs de Lek) en/of het grotere groene buitengebied meer ruimte voor opvang van recreanten dan een meer stedelijke gemeente zoals bijv. Utrecht of Nieuwegein.  

Voor onze inwoners is het van belang dat er voldoende recreatiemogelijkheden in Houten en de regio zijn.

Steeds weer doen zich nieuwe ontwikkelingen in het gebied voor, waar het recreatieschap op inspeelt. Zo vragen landinrichtingsprojecten de nodige aandacht, omdat bij de herinrichting van een gebied vaak nieuwe recreatieve voorzieningen als wandel- en fietspaden worden aangelegd.

Het Recreatieschap Stichtse Groenlanden, Plassenschap Loosdrecht en omstreken en de provincie Utrecht hebben samen hun uitvoeringstaken belegd bij Recreatie Midden-Nederland (RMN). 
De gemeenteraad is geïnformeerd over de problemen met betrekking tot het financiële beheer en van de RMN-organisatie. In het najaar van 2020 is een discussie gestart over de toekomst van RMN en is besloten RMN met ingang van 1 januari 2022 op te heffen, waarbij wordt overgegaan naar een nieuwe organisatievorm. Begin juli 2021 is gemeld dat deze transitie niet voor 2022 gereed is en is aangegeven dat hier in september 2021 meer duidelijkheid over komt. Dan moet ook duidelijk zijn wat dat betekent voor het personeel van RMN en wat dit financieel betekent voor de verbonden partijen.

Zie hiervoor de financiële totaaltabel aan het eind van deze paragraaf. Hierin is de werkelijke bijdrage 2020 en begrote bijdrage 2021 t/m 2025 opgenomen.

Recreatieschap Stichtse Groenlanden - Recreatie Midden-Nederland (recreatiemiddennederland.nl)

Utrecht

Colleges en burgemeesters van de 26 Utrechtse gemeenten: Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Soest, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vijfheerenlanden, Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist.

De VRU is een openbaar lichaam (met algemeen bestuur, dagelijks bestuur en voorzitter).

De burgemeester heeft zitting in het AB, dat is samengesteld uit de burgemeesters van de gemeenten (totaal 26).
Houten heeft in het AB 3 stemmen, op basis van het aantal inwoners.
Houten heeft geen lid in het DB, dat uit 5 leden bestaat.

Veilige leefomgeving

De VRU voert de taken uit die zij heeft op grond van de Wet Veiligheidsregio's. De VRU draagt zorg voor een (fysiek) veiligheidszorgniveau en verhoogt dit daar waar het kan. Het werk van de VRU is gericht op externe veiligheid, brandveiligheid en brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening en crisisbeheersing.

Het regionale belang is gelegen in:

• eenduidige en efficiënte inrichting van de brandweer;
• eenduidige aanpak van rampen en crises;
• eenduidige aanpak brandweerzorg.

De VRU inventariseert voor de gemeente Houten de risico’s (inhoudelijk en financieel) op branden, rampen en crises en adviseert hierover het bevoegd gezag.
De VRU organiseert voor de gemeente Houten de brandweerzorg met als taak: het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt.
De VRU bereidt zich voor op de bestrijding van branden en organiseert de rampenbestrijding en de crisisbeheersing.
De VRU heeft de verantwoordelijkheid voor het instellen en in stand houden van een brandweer, GHOR, meldkamerfunctie, aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel en de informatievoorziening voor het gebruik tijdens calamiteiten.

Ontwikkelingen in het zorgveld
Inwoners blijven langer thuis wonen en worden minder snel (of minder lang) in instellingen opgevangen en verzorgd. We verwachten meer zelfredzaamheid, samenredzaamheid, burgerkracht en maatschappelijke vitaliteit. Dit betekent dat de (brand)veiligheidsrisico’s toenemen. Inwoners die nu langer thuis en zelfstandig wonen zijn relatief vaak verminderd zelfredzaam. Vanuit veiligheidsperspectief is hier sprake van een paradox.
De invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en het beleid van de overheid om burgers zo lang mogelijk thuis te laten wonen, hebben vergaande consequenties voor de zorg en daarmee ook voor de GHOR-organisatie.

Klimaatadaptatie
De verandering van het klimaat zorgt ervoor dat integraal gekeken moet worden naar de inrichting van de fysieke leefomgeving. Hitte- en droogteperioden, wateroverlast en de kans op een overstroming nemen als gevolg van de klimaatverandering toe. Gevolgbeperking op deze terreinen is landelijk een belangrijk aandachtspunt maar zeker ook bij de VRU.

Circulaire economie
De steeds sneller veranderende maatschappij zorgt voor andere (nieuwe) risico’s. De energietransitie waarin de omschakeling van fossiele brandstoffen (olie, aardgas, steenkolen) naar duurzame energie (zon, wind en aardwarmte) centraal staat, zorgt voor een ander gebruik van vervoersmiddelen en veranderingen in de mobiliteit. Dit leidt tot andere vraagstukken bij externe veiligheid, verkeersveiligheid en brandveiligheid.

Bijstelling gemeentefonds
In 2020 is een landelijk herijkingsonderzoek voor het gemeentefonds uitgevoerd. Op 7 december 2020 hebben de fondsbeheerders de Tweede Kamer per brief geïnformeerd over het vervolgproces van de herijking van de verdeling van het gemeentefonds. De fondsbeheerders hebben besloten de besluitvorming over de invoering van de nieuwe verdeling van het gemeentefonds aan het volgend kabinet te laten. Dit betekent dat de invoering van de nieuwe verdeling opschuift naar 1 januari 2023. Reden hiervoor is onder andere de huidige financiële positie van gemeenten.
De effecten van het herijkingsonderzoek op het verdeelmodel van de VRU en daarmee op de individuele bijdrage per gemeente zullen niet eerder dan bij besluitvorming over de kadernota 2023 (najaar 2021) of de begroting 2023 (voorjaar 2022) specifiek aan het algemeen bestuur worden voorgelegd.

Harmonisering arbeidsvoorwaarden en invoering Wnra
De inwerkingtreding van de Wnra voor personeel van veiligheidsregio's is uitgesteld.

Heroriëntatie werkplaatsen ademluchtbescherming
De huidige werkplaatsen ademluchtbescherming zijn sterk verouderd en voldoen niet aan de geldende eisen op het gebied van arbeidshygiëne en arbo-wetgeving. Hierdoor wordt zowel in kwantitatief als kwalitatief opzicht de materiële paraatheid op het gebied van de adembeschermingsmiddelen onvoldoende geborgd. In de huidige werkplaatsen kunnen de problemen ten aanzien van arbeidshygiëne en ergonomie niet worden opgelost zonder ingrijpende verbouwingen en meerkosten. In de kadernota en begroting 2019 is daarom gekozen om niet zeven maar twee werkplaatsen te verbouwen naar de huidige eisen, om daarna efficiënter te kunnen werken en de investeringen voor de verbouwingen en apparatuur van de ademluchtwerkplaatsen zoveel mogelijk te beperken. Eén van de locaties is voorzien in de gemeente Houten.

Gevolgen invoering Wet kwaliteitsborging bouw
De wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) gaat naar verwachting vanaf 1 januari 2022 stapsgewijs in. Dat hebben de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de VNG aangegeven. De veranderingen uit de Wkb gelden (naar verwachting) tot en met 2024 alleen voor eenvoudige (nieuwbouw) bouwwerken. Dit zijn bijvoorbeeld eengezinswoningen en kleinere bedrijfspanden. Vanaf 2025 volgen de andere bouwwerken. Hierdoor kunnen kwaliteitsborgers stap voor stap ervaring opdoen met het nieuwe toezicht in de bouw.
Ten tijde van het opstellen van de begroting 2022 is nog onvoldoende duidelijk welke gevolgen dit heeft voor de werkzaamheden van de VRU.

Duurzaamheid
In het beleidsplan 2020-2023 heeft de VRU het volgende beleidsbeginsel opgenomen: “Wij streven naar een duurzame bedrijfsvoering waarbij wij met onze activiteiten bijdragen aan een gezonde en veilige samenleving.”
In het inkoopbeleid is duurzaamheid al een criterium. Om verder uitvoering te geven aan deze ambitie hanteert de VRU een adaptieve benadering en volgt drie sporen (Energie, Mobiliteit en Anders Organiseren) om daarmee een bijdrage te leveren aan de circulaire economie. Hierbij is de hulp van de gemeenten nodig. Op de brandweerposten (die in eigendom zijn van de gemeenten) zijn immers faciliteiten nodig om elektrische voertuigen te kunnen opladen. Ook voor het
verduurzamen van diezelfde brandweerposten heeft de VRU de gemeenten vanzelfsprekend nodig. Doel is te komen tot een ‘circulaire kazerne’.

Omgevingswet
Met de verwachte invoering van de Omgevingswet per 2022 moet veiligheid vastgelegd worden in de ontwerpfase. Daartoe levert de VRU de gemeenten input om het thema ‘veilige en gezonde leefomgeving’ te borgen in hun omgevingsvisie en omgevingsplannen.

Zie hiervoor de financiële totaaltabel aan het eind van deze paragraaf. Hierin is de werkelijke bijdrage 2021 en begrote bijdrage 2021 t/m 2025 opgenomen.

www.vru.nl

Nieuwegein

Raden en colleges van de Lekstroomgemeenten Houten, IJsselstein, Nieuwegein en Lopik

WIL is een openbaar lichaam (met algemeen bestuur, dagelijks bestuur en voorzitter).

Een wethouder en een raadslid hebben zitting in het AB, dat is samengesteld uit 2 leden per deelnemer (totaal 8).
Houten heeft in het AB 2 stemmen van totaal 8.
De wethouder die lid is van het AB is tevens lid van het DB, dat uit 4 leden bestaat.

Samen en leven, deelprogramma Leren en Werken

WIL verleent de dienstverlening op het terrein van de Participatiewet aan de inwoners van de vier samenwerkende gemeenten. De dienstverlening omvat bijstandsverlening, re-integratie, werkgeversdienstverlening, inkomensondersteuning en schuldhulpverlening.

De samenwerking biedt financieel voordeel, omdat we gezamenlijk efficiënter uitkeringen kunnen verstrekken. Door uitvoering en beleid met elkaar te organiseren, kunnen meer initiatieven worden ontplooid en uitgevoerd en kunnen vacatures regiobreed worden uitgezet. Dit heeft effectievere uitvoering, meer kwaliteit in de uitvoering en minder overhead tot gevolg.

WIL is opgericht ter uitvoering van de Participatiewet; voor de inwoners van Houten die afhankelijk zijn van een bijstandsuitkering, van de Participatiewet voor een baan (bijvoorbeeld door middel van loonkostensubsidie) of ondersteuning van inkomen en minimaregelingen om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien.
Door dit gezamenlijk te organiseren binnen de regio kunnen efficiëntievoordelen worden behaald, kunnen vacatures breder worden gedeeld en kunnen nieuwe projecten worden gestart waaraan uit verschillende gemeenten voldoende klanten kunnen deelnemen.
Het belang van Houten is dus gelegen in het behalen van financiële voordelen en het bieden van meer mogelijkheden aan de inwoners die afhankelijk zijn van inkomensondersteuning en/of de Participatiewet.

Onder andere de kinderopvangtoeslagaffaire zorgt ervoor dat de druk van buitenaf op de ingeslagen weg naar dienstverlening waarin de menselijke maat centraal staat steeds verder toeneemt. De uitdaging is om als professional echt te verdiepen in de persoonlijke situatie en omstandigheden van degene die een beroep doet op dienstverlening. En vervolgens, samen, binnen de wettelijke en maatschappelijke context zo goed mogelijke ondersteuning te bieden in samenwerking met andere organisaties.

Het jaar 2021 wordt afgesloten met de behandeling van de evaluatie-agenda WIL-gemeenten. Op basis van deze evaluatie wordt een implementatie-agenda 2022 opgesteld, met als doel de dienstverlening op het gebied van werk en inkomen en de samenwerking in het sociale domein te verbeteren, zodat mensen nog beter ondersteund kunnen worden met vraagstukken op het gebied van schulden, werk en inkomen.

De invoering van de Wet Inburgering per 1 januari 2022 zorgt ervoor dat de dienstverlening voor deze groep niet alleen inhoudelijk moet worden verbeterd, maar ook op een zodanige wijzen dat deze voldoet aan de nieuwe wettelijke vereisten.

Zie hiervoor de financiële totaaltabel aan het eind van deze paragraaf. Hierin is de werkelijke bijdrage 2020 en begrote bijdrage 2021 t/m 2025 opgenomen.

Het resultaat van WIL is zowel begroot als werkelijk altijd 0. Dit komt doordat de Wil op werkelijkheid afrekent met de deelnemende gemeenten.

www.wil-lekstroom.nl

Wijk bij Duurstede

Colleges van gemeenten Bunnik, Houten, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Vijfheerenlanden

Het RAZU is een bedrijfsvoeringsorganisatie (met éénlaags bestuur).

De burgemeester heeft zitting in het bestuur, dat is samengesteld uit 1 lid per deelnemer (totaal 6).
Houten heeft in het bestuur 6 stemmen, op basis van het aantal inwoners (totaal 25).

Duurzame leefomgeving

Het RAZU geeft uitvoering aan de Archiefwet 1995. Tot de taken van het RAZU behoren onder andere dienstverlening met inbegrip van publieksactiviteiten op cultuurhistorisch gebied. Verder vervult het RAZU de (niet wettelijk verplichte) functie van regionaal kennis- en informatiecentrum op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis. Een van de doelen van het RAZU is het stimuleren van de lokale en regionale geschiedbeoefening.

De toegevoegde waarde van het samenwerkingsverband is het gezamenlijk kunnen oppakken van vraagstukken op het gebied van nieuwe wetgeving zoals de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), de Wet open overheid (Woo), de nieuwe Archiefwet 2020 etc.. Iedere gemeente behoeft dan niet afzonderlijk het wiel uit te vinden. Daarnaast speelt de digitalisering van de informatie een steeds grotere rol, waarbij kennis van de deelnemende gemeenten over deze complexe materie gedeeld kan worden. Ook het gezamenlijk realiseren van projecten zoals de verkenning voor het realiseren van een e-depot (2020-2021) is een goed voorbeeld van samenwerken en kennis delen.

Het RAZU voert voor de gemeente Houten de taken uit de Archiefwet  uit waardoor de gemeente Houten aan haar wettelijke verplichtingen voldoet.
De Archiefwet schrijft voor dat een onafhankelijke archiefinspecteur toezicht houdt op de archieven/informatiehuishouding van een gemeente. De archiefinspecteur van het RAZU vervult deze taak voor de deelnemende gemeenten.
Daarnaast ontsluit de digitale beeldbank van het RAZU 15.000 foto’s van Houten en omgeving inclusief beschrijving voor onze inwoners. Door het ontsluiten via de website wordt de collectie toegankelijker voor inwoners, waardoor het historisch besef toeneemt.

In 2021 of later wordt de Archiefwet uit 1995 vervangen. Een belangrijke verandering is dat de overbrengingstermijn wordt teruggebracht van 20 jaar naar 10 jaar. Dit houdt in dat archieven eerder moeten worden overgebracht naar het RAZU en dus ook eerder openbaar worden.
Door de Woo, die in ontwikkeling is, worden verdergaande eisen gesteld aan de openbaarheid van overheidsinformatie en dus ook aan de archieven. Daarnaast is in 2016 de AVG in werking getreden die de openbaarheid van bijzondere persoonsgegevens beperkt.

project e-depot
In 2020-2021 wordt de pilot e-depot uitgevoerd. Eind 2021 worden de resultaten van deze pilot geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie wordt begin 2022 een beleidsvisie geformuleerd. Het tijdspad om te komen tot de realisatie van een definitieve e-depot-oplossing hangt hier nauw mee samen. Definitieve besluitvorming moet dus nog plaatsvinden.

Aanstellen extra adviseur digitale informatievoorziening (ADI)
De 2e ADI is aangesteld voor een periode van 1,5 jaar. De definitieve aanstelling hangt af van de besluitvorming omtrent het e-depot.

Nieuwe wetgeving
Het RAZU gaat onderzoeken welke maatregelen noodzakelijk zijn om aan de AVG en de Woo te gaan voldoen. Dit onderzoek moet leiden tot de implementatie van verbeterplannen.

Zie hiervoor de financiële totaaltabel aan het eind van deze paragraaf. Hierin is de werkelijke bijdrage 2020 en de begroting 2021 t/m 2025 opgenomen.

www.razu.nl

Utrecht

Colleges van gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Nieuwegein, Soest, Utrecht en Woudenberg en Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht

De RUD is een openbaar lichaam (met algemeen bestuur, dagelijks bestuur en voorzitter).

Een wethouder heeft zitting in het AB, dat is samengesteld uit 1 lid per deelnemer (totaal 12).
Houten heeft in het AB 1 stem van totaal 13 (de provincie heeft 2 stemmen).
De wethouder die lid is van het AB is tevens lid van het DB, dat uit 3 leden bestaat.

Duurzame leefomgeving

Het maatschappelijk belang van de RUD is gelegen in een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving (in het kader van milieu).
De RUD voert vergunningverlenende, toezichthoudende en handhavende taken uit op het gebied van milieu.

Regionale samenwerking biedt kansen om de kwaliteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving op het gebied van milieu te verbeteren en om tot grotere efficiency en kennisverbetering te komen.

Het belang voor Houten is gelegen in kwalitatief goede VTH-taakuitvoering op complexe milieudossiers.

1 juli 2022 is voor zover nu bekend het moment van de invoering van de Omgevingswet. De RUD bereidt zich hierop voor. Daarnaast verdwijnt de Wet bodembescherming en vindt er wat betreft bodemtaken een verschuiving plaats van provincie naar gemeenten.

Kortere behandeltermijnen
Om de kortere termijnen van acht weken in plaats van 26 weken te kunnen halen wordt het nog belangrijker dat de RUD vroegtijdig wordt uitgenodigd voor intake- en/of omgevingstafels.

Het gebruik van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) gekoppeld aan het zaaksysteem
Het VTH-zaaksysteem van de RUD moet gekoppeld worden aan de centrale landelijke structuur, zodat vergunningaanvragen worden ontvangen en samengewerkt kan worden met ketenpartners bij een vergunningaanvraag. In 2021 wordt hiervoor een nieuw zaaksysteem aanbesteed, waarna dit wordt ingeregeld zodat de RUD op 1 juli 2022 daadwerkelijk klaar is om het DSO te gebruiken.

Afstemming en samenwerking bij vergunningverlening en handhaving
Onder de Omgevingswet worden vaker vergunningen verleend waarbij andere bevoegde gezagen en adviseurs betrokken zijn. Hiervoor is meer afstemming nodig met ketenpartners. De RUD gaat hier samen met de deelnemers in 2022 invulling aan geven.

Verschuiving in basistaken
Er vinden een aantal verschuivingen plaats in het basistakenpakket. De taken met betrekking tot veehouderijen, garagebedrijven en alle gesloten bodemsystemen worden in principe toegevoegd aan het uitvoeringspakket van de RUD.

Verschuivingen bodem
Door de verschuiving van het bevoegd gezag onder de Omgevingswet voor de bodemtaken, zal een groot deel van de taken die de RUD tot nu toe voor de provincie in uitvoering heeft, worden overgedragen aan de gemeenten. Het algemeen bestuur heeft besloten dat de RUD-gemeenten in principe hun nieuwe bodemtaken bij de RUD zullen gaan beleggen. Daarnaast heeft de RUD de intentie om op het gebied van bodemtaken meer te gaan samenwerken met de ODRU (de andere uitvoeringsdienst in de provincie).

Samen op weg
Naast de komst van de Omgevingswet loopt het programma Samen op weg. Dit programma is ingegeven vanuit de wens om de kwaliteit en de effectiviteit van de RUD als uitvoeringsorganisatie voor de toekomst te borgen, waarbij de RUD Utrecht toegroeit naar een technisch adviserende uitvoeringsdienst. Dit is een groeitraject waar zowel de RUD als haar deelnemers in 2022 een bijdrage aan moeten leveren. Voor de RUD Utrecht ligt de nadruk enerzijds op het ontwikkelen en in de organisatie inbedden van zogenaamde ‘rode’ competenties zoals procesvaardigheid, bestuurlijke sensitiviteit, een ondernemende en oplossingsgerichte houding of juist een innovatieve of creatieve aanpak. Dit naast de zogenaamde ‘blauwe’ competenties die al goed ontwikkeld zijn. Anderzijds komt de nadruk te liggen op technische advisering over milieuthema’s zoals geluid, trillingen, lucht, etc. In beide trajecten ligt de nadruk op een RUD die zich meer in de breedte ontwikkelt.

Zie hiervoor de financiële totaaltabel aan het eind van deze paragraaf. Hierin is de werkelijke bijdrage 2020 en begrote bijdrage 2021 t./m 2025 opgenomen.  

De trajecten Samen op weg, overdracht van bodemtaken en eventuele ophoging van de bijdrage als gevolg van wettelijke aanpassing van het basistakenpakket zijn in deze begroting (en bijdrage) nog niet doorvertaald. Hiervoor volgen begrotingswijzigingen zodra een concreet beeld van de effecten aanwezig is. 

www.rudutrecht.nl

Utrecht

College van dijkgraaf en hoogheemraden van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en colleges van gemeenten De Bilt, Utrecht, Houten, Nieuwegein, Bunnik, Lopik, Zeist, Utrechtse Heuvelrug en Stichtse Vecht.

De BghU is een bedrijfsvoeringsorganisatie (met éénlaags bestuur).

Een wethouder heeft zitting in het bestuur, dat is samengesteld uit 1 lid per college van burgemeester en wethouders en 2 leden van het college van dijkgraaf en hoogheemraden (totaal 11).
Houten heeft in het bestuur 8 stemmen van totaal 200.

Algemene dekkingsmiddelen

De BghU kan blijvend investeren in de kwaliteit van dienstverlening.

Doel is om uit overwegingen van kwaliteit, continuïteit en efficiency samen te werken bij de beleidsvoorbereiding, heffing en invordering van waterschapsbelastingen en gemeentelijke belastingen, evenals bij de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken en het beheer en de uitvoering van vastgoedinformatie.

De BghU kan schaalvoordelen behalen en blijvend  investeren in de kwaliteit van dienstverlening.

De BghU behartigt namens de gemeente Houten haar belangen op het gebied van de heffing en invordering van belastingen, de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken en basisadministraties en basisregistraties.

Het is de verwachting dat in 2022 pas echt duidelijk wordt of de coronacrisis in 2020 en 2021 op langere termijn leidt tot meer kwijtscheldingen, slechter betaalgedrag en meer invorderingsactiviteiten. Ook moet nog blijken wat de gevolgen zullen zijn voor de belastingopbrengsten in de toekomst. In 2020 vielen de gevolgen voor Houten mee. In 2021 is nog geen echte tendens waar te nemen. Deze worden constant gemonitord aan de hand van de maandelijkse coronarapportages van de BghU.

Bij de bedrijfsvoering  worden de volgende vier kernwaarden onderscheiden: klantgericht, efficiënt, resultaatgericht en samenwerken. Deze kernwaarden zijn bepalend voor het kunnen realiseren van de missie en visie van de organisatie en het creëren van de gewenste bedrijfscultuur in de organisatie.

Beleidsvoornemens zijn:

• beter beheer Objecten (BAG, BRK), Eigenaren (BRK),Gebruikers (NHR, BRP) en Gebruik / Verbruik;
• verdere ontwikkeling van de medewerkers dienstverlening door gerichte training (benaderen klanten, opstellen schriftelijke communicatie, etc.);
• het verder versterken van de kwaliteit van de dienstverlening;
• het aanscherpen van de schriftelijke communicatie met als doelstelling dat de schriftelijke communicatie voor iedere belastingplichtige eenduidig geïnterpreteerd kan worden en daarmee duidelijk is;
• verbeteren van de  kwaliteitscontroles;
• leren van 'fouten' door veelvuldige communicatie in en tussen de procesteams;
• eerder en gerichte stappen zetten in het invorderingsproces en daarmee het aantal vorderingen dat via de deurwaarder wordt geïncasseerd te verlagen.

Zie hiervoor de financiële totaaltabel aan het eind van deze paragraaf. Hierin is de werkelijke bijdrage 2020 en begrote bijdrage 2021 t/m 2025 opgenomen.

www.bghu.nl

Den Haag

Alle gemeenten en provincies

De BNG is een structuurvennootschap. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een waterschap. De gemeente heeft zeggenschap in de BNG via het stemrecht op de aandelen (1 stem per aandeel van € 2,50). Houten bezit 6.240 van de 55,69 miljoen aandelen. De portefeuillehouder financiën wordt jaarlijks uitgenodigd voor de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.

Algemene dekkingsmiddelen

BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Alleen overheden, namelijk het Rijk (50%), gemeenten, waterschappen en provincie mogen aandeelhouder zijn van de BNG. Hierdoor kan toezicht gehouden worden op optimale belangenbehartiging voor deze overheden.

Het aanbieden van financiële diensten op maat, zoals kredietverlening, betalingsverkeer, advisering en elektronisch bankieren voor overheden en instellingen met een maatschappelijk belang, tegen zo laag mogelijke kosten. De strategie van de bank is gericht op het behouden van substantiële marktaandelen in het maatschappelijk domein en het handhaven van een excellente kredietwaardigheid. Daarnaast streeft zij naar een redelijk rendement voor haar aandeelhouders. Met een balans van circa € 150 miljard is BNG Bank de vierde bank van Nederland.

Het aanbieden van financiële diensten op maat, zoals kredietverlening, betalingsverkeer, advisering en elektronisch bankieren voor overheden en instellingen met een maatschappelijk belang, tegen zo laag mogelijke kosten.

Het kunnen bankieren en het kunnen aantrekken van kredietfaciliteiten tegen gunstige condities.

BNG Bank blijft naar eigen zeggen doen wat mogelijk is om haar klanten te ondersteunen. Vanuit haar purpose en strategie richt de bank zich op het vergroten van maatschappelijke impact. Zij investeert in het vergroten van klantpartnerschap en in de ontwikkeling van haar medewerkers. Het aantal medewerkers groeit, met name om te kunnen voldoen aan eisen vanuit toezicht en regelgeving. BNG Bank acht dit noodzakelijk. Tegelijkertijd is de bank gecommitteerd om processen te optimaliseren om zo de operationele kosten en daarmee financieringskosten voor haar klanten zo laag mogelijk te houden.

BNG Bank publiceert geen begrotingen waardoor we beperkt zicht hebben op haar beleidsvoornemens. Onderstaande voornemens zijn afkomstig uit het jaarverslag 2020.

Activiteiten van BNG Bank staan in het teken van het maken van maatschappelijke impact. De bank voert hierover het gesprek met haar klanten en maakt op
basis daarvan keuzes. BNG Bank richt zich op de publieke sector en het vergroten van klantpartnerschap. De ambitie is dat klanten BNG Bank beschouwen als natuurlijke partner voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken, dat
de bank daarin succesvol is en dat de bank haar maatschappelijke impact kan aantonen.

Een jaarlijkse financiële bijdrage is niet aan de orde. De BNG keert ieder jaar dividend uit op basis van het behaalde resultaat van het jaar ervoor. In de financiële tabel aan het eind van deze paragraaf is het ontvangen dividend 2020 en begrote dividend 2021 t/m 2025 opgenomen.

www.bngbank.nl

Utrecht

Onder andere vijf provincies, waaronder provincie Utrecht, en gemeenten binnen zeven provincies. Binnen de provincie Utrecht zijn de volgende gemeenten aandeelhouder:
Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, IJsselstein, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Soest, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Wijk bij Duurstede, Woerden, Woudenberg, Zeist

Vitens is een naamloze vennootschap met publieke aandeelhouders.
De gemeente heeft zeggenschap in Vitens via het stemrecht op de aandelen. Houten bezit 0,666% van de totale aandelen.
Twee keer per jaar is er een aandeelhoudersvergadering. 

Duurzame leefomgeving

Vitens is een (drink)waterbedrijf dat medeverantwoordelijkheid is voor gezondheid (door veilig en betrouwbaar drinkwater) en een duurzame samenleving met zorg voor de bescherming van natuur en milieu.

Regionaal is het belang van samenwerking gelegen in een goede drinkwatervoorziening tegen een betaalbare prijs voor de inwoners van alle deelnemende gemeenten en provincies.

Het lokale belang is gelegen in een goede drinkwatervoorziening tegen een betaalbare prijs voor de inwoners van Houten. Daarnaast heeft Houten als aandeelhouder financieel belang in de vorm van dividend.

Vier thema’s krijgen expliciet de aandacht in de komende jaren: schonere waterwingebieden, een betrokken personeelsbeleid, een optimale bediening van hun 5,7 miljoen klanten en het waarborgen van continuïteit in het proces van winnen, zuiveren en leveren van betaalbaar drinkwater: de kerntaak van Vitens. Daarbij is Duurzaamheid als nieuw thema benoemd.

Vitens heeft een nieuwe strategie bepaald voor de komende 10 jaar: "Elke druppel duurzaam".
De belangrijkste keuzes om hun doelen voor 2030 te behalen zijn:
1. een duurzaam watersysteem;
2. duurzame bronnen;
3. duurzaam gebruik van drinkwater.

Gemeente Houten is aandeelhouder. Een jaarlijkse financiële  bijdrage aan Vitens is niet aan de orde. In de financiële tabel aan het eind van deze paragraaf is het ontvangen dividend 2020 en begrote dividend 2021 t/m 2025 opgenomen.

www.vitens.nl

Utrecht (gastheergemeente)

De gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, IJsselstein, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Vijfheerenlanden, Wijk bij Duurstede, Woerden en Zeist vormen de U10-gemeenten.
De samenwerking werkt als een bestuurlijk netwerk en staat open voor andere gemeenten en overheden. Zij kunnen op basis van inhoud aanschuiven. Daarbij is het denkbaar dat zij een financiële bijdrage betalen, hetzij structureel, hetzij op projectbasis. Zo wordt op sommige onderdelen in U16-verband samengewerkt (energiestrategie en woningmarktregio).

De U10 kent geen dagelijks of algemeen bestuur. Het betreft een ‘lichte’ samenwerking op basis van een bestuursconvenant.
Leden van het college nemen op basis van hun portefeuille deel aan de regionale bestuurstafels. Houten is vertegenwoordigd in alle bestuurstafels, doet mee aan de opgavetafel Ruimtelijk Economisch Perspectief en Programma U16 en is plaatsvervangend trekker van de bestuurstafel Klimaatneutrale regio.

Programma Samen leven
Programma Duurzame leefomgeving
Programma Goede bereikbaarheid

In regionaal verband wordt samengewerkt aan een gezonde, slimme en groene regio.

De U10-gemeenten willen de goede perspectieven van de regio Utrecht als ontmoetingsplek voor Gezond stedelijk leven koesteren, versterken en benutten.
Zij werken daarom op vrijwillige basis samen in U10-verband door gemeenschappelijke onderwerpen en belangen te verkennen en op basis hiervan gemeenschappelijke ambities te formuleren en activiteiten te ondernemen.

Gemeenten werken in U10-verband samen omdat de opgaven waar individuele gemeenten voor staan vaak grensoverschrijdend zijn of efficiënter en effectiever samen opgepakt kunnen worden. Daarnaast trekken U10 gemeenten gezamenlijk op richting provincie en Rijk.  

Houten is onlosmakelijk onderdeel van de stedelijke regio Utrecht, als het gaat om wonen, werken en leven. Daarom is het in het belang van Houten om in regionaal verband te werken aan een gezonde, slimme en groene regio.
Dat gebeurt aan de volgende bestuurstafels in het bestuurlijk netwerk U10:

• Gezonde woon- en leefomgeving
• Economische positionering
• Klimaatneutrale regio
• Duurzame bereikbaarheid
• Gezonde en inclusieve regio
• Groen en Landschap

Daarnaast wordt samengewerkt in een ‘tafel’ over een speciaal benoemde opgave:

• Ruimtelijk Economisch Perspectief en Programma U16

De U10-gemeenten willen de groei van de regio op een gezonde, duurzame en slimme wijze faciliteren. De druk op de regio op het gebied van wonen, werken, energie en landschap neemt toe. Dat is bijvoorbeeld te zien aan de stijgende vraag naar betaalbare woningen.

Bestuurstafels werken met jaarplannen. Twee belangrijke overkoepelende trajecten zijn:

• uitvoering Integraal Ruimtelijk Perspectief U16 (vast te stellen najaar 2021 in alle raden) in fase 4 van het Ruimtelijk Economisch Programma U16. Dit gebeurt mogelijk in verschillende deelgebieden, zoals het Kromme Rijn gebied (Bunnik, Wijk bij Duurstede, Houten) en de Centrale As (Utrecht-Nieuwegein-Houten);
• uitvoering Regionale Energie Strategie (RES 1.0) (vast te stellen najaar 2021 in alle raden).

Gemeenten in U10 hebben besloten de inwonersbijdrage per 1-1-2020 jaarlijks te indexeren. De indexatie is een mixpercentage. Het mixpercentage van 70% loonindex en 30% prijsindex is de index die de gastheerorganisatie gemeente Utrecht toepast bij haar verbonden partijen. De indexatie voor 2022 is nog niet bekend. Gebaseerd op voorgaande jaren wordt rekening gehouden met +3%.

Dit maakt dat de Houtense inwonersbijdrage voor 2022 uitkomt op  € 1,21 voor het bestuursconvenant Samenwerking U10 en € 0,31 voor het bestuursconvenant Verkeer en vervoer. Daarnaast levert Houten een structurele bijdrage van € 1,00 per inwoner voor het bestuursconvenant Economic Board Utrecht (EBU).
In totaal dus een inwonersbijdrage van € 1,52 voor de U10-samenwerking en € 1,00 voor EBU. Het inwoneraantal van de gemeente Houten was op 1 januari 2020 50.223. Dit maakt de bijdrage aan U10 en EBU voor 2021: € 126.587.

Niet aanwezig

Convenant verkeer en vervoer

www.utrecht10.nl